INSTRUCTIE
Met deze les leren kinderen nadenken over computertaal zonder dat ze een computer nodig hebben. Bij welk symbool hoort welke actie? Door “Robottaal” op te schrijven voor een medeleerlingen maken leerlingen de verbinding tussen symbolen en acties die ze moeten uitvoeren met behulp van de bekertjes. Het resultaat is een interactieve les waar leerlingen aan de slag gaan met coderen. De leerlingen verdelen de verschillende rollen, de robot, de programmeur en de bouwer.
De leerlingen werken met een lesbrief, de leerkracht heeft een docentenhandleiding voor eventuele hulp.
EXTRA UITDAGING
Er is ook een mogelijkheid dat de leerlingen een eigen lesbrief maken. Ze kunnen dan elkaar instrueren om zo de opdracht op de lesbrief te maken.
Lesdoelen CT
- De leerling leert het begrip 'algoritme' kennen
Lesdoelen
DE LEERLING KAN WERKEN MET ROBOTTAAL ZONDER DAT ZE DAAR EEN COMPUTER VOOR NODIG HEBBEN