Codetekenen met getallen

Introductie

De leerkracht geeft aan dat de leerlingen gaan codetekenen. Hij laat een voorbeeld zien van een cijfercode met bijbehorende tekening op rasterpapier en vraagt of de leerlingen kunnen raden hoe codetekenen werkt.

Instructie

Een computer heeft alleen getallen nodig om een tekening te kunnen maken. De getallen geven aan hoeveel hokjes op een horizontale rij ongewijzigd blijven. Door met twee mogelijkheden (zwart/gevuld en wit/leeg) te werken, kun je gemakkelijk een tekening maken. Je kunt dit ook met meer kleuren doen, maar dan wordt de code ingewikkelder (evt. voorbeeld laten zien).

Opdrachtbeschrijving

Gebruik de code op het werkblad om een tekening te maken op het rasterpapier en wissel uit met je buurman of buurvrouw. Zie je verschillen? Waar komen die vandaan? Maak daarna zelf in je tafelgroepje een code voor een tekening. Probeer de code eerst in je eigen groepje uit en wissel daarna uit met een ander groepje. Kloppen de tekeningen?

Evaluatie

De leerkracht evalueert samen met de leerlingen het verloop van de lesactiviteit en de doelen. Hij kan hiervoor een zelfgekozen werkvorm gebruiken.

Lesdoelen CT

  • De leerling leert concrete patronen herkennen en maken, bijvoorbeeld in dans, muziek, afbeeldingen en getallen

Lesdoelen

Kunst: De leerling kan onderzoeken volgens welke stappen hij de beeldende opdracht het beste kan uitvoeren. Hij kan daarbij teruggrijpen naar de informatie en de ideeën die hij heeft opgedaan in de oriëntatiefase Kunst: De leerling kan zijn plannen volgens een bepaalde werkvolgorde uitvoeren en daarbij gebruik maken van zijn kennis en inzicht in het gebruik van materialen, technieken en gereedschappen Kunst: De leerling kan zijn waardering uitspreken voor het eigen product en werkproces en dat van anderen Rekenen: De leerling weet wat 'even' en 'oneven' is en kan van getallen tot ten minste 100 aangeven of ze even of oneven zijn Rekenen: De leerling kan hoeveelheden tot tenminste 100 schatten, precies tellen en weergeven (neerleggen, tekenen), ook door te structureren (zoals in groepen van 10) Rekenen: De leerling kan kritisch denken en redeneren over patronen in rijen met getallen en over gegevens in tabellen en grafieken (bv.: Welk patroon zie je in de volgende rij? 2-12-10-20-18-28-26-…?) Rekenen: De leerling kan patronen in rijen met getallen en (geometrische) figuren herkennen en voortzetten en kan het patroon verwoorden

Benodigdheden

Vier vellen rasterpapier, het werkblad, een set kleurpotloden en een vlakgom voor iedere leerling

Over deze les

Tijdsduur ± 20 minuten
Vakgebieden Rekenen, Creatieve vakken
Organisatie Circuit
Leeftijd Middenbouw

Heeft u vragen?

Neem contact op